Stuurgroep presenteert Concept Regionale Energiestrategie Groningen
Bestuurders van gemeentes, provincie en waterschappen in de regio Groningen verwachten dat windmolens en zonnepanelen op Gronings grondgebied in 2030 5,7 Terawattuur (TWh) elektriciteit opwekken. Dat schrijven zij in hun langetermijnplan voor energietransitie; de Concept Regionale Energiestrategie (Concept RES).
De Groningse stuurgroep vindt dat Groningen met een productie van 5,7 TWh een realistische bijdrage levert aan de landelijke opgave van 35 TWh te land opgewekte duurzame energie in 2030. Die opgave is afkomstig uit het Klimaatakkoord van 2019. Groningse bestuurders hebben van hun volksvertegenwoordigingen aan de hand van een startdocument de opdracht gekregen hiervoor een ”realistisch bod” voor te bereiden. Het ‘Startdocument Regionale Energiestrategie Groningen’ is eind 2019 vastgesteld door de twaalf Groningse gemeenteraden, door Provinciale Staten en door de besturen van de waterschappen. Die buigen zich de komende maanden over de Concept RES en besluiten uiterlijk 1 oktober of zij instemmen.
Optelsom van eerdere besluiten en ambities
Die 5,7 TWh is de optelsom van energieprojecten in Groningen die al zijn gebouwd, in aanbouw zijn of waarvan de bouw binnenkort start (4 TWh), én van ambities die Groninger gemeentes eerder hebben vastgelegd voor de opwek van duurzame energie op hun eigen grondgebied (1,7 TWh). Ter achtergrondinformatie: in 2018 produceerde Groningen 1 TWh op land opgewekte duurzame energie. Jaarlijks gebruikt Groningen 5,5 TWh elektriciteit: 4 TWh voor bedrijven en 1,5 TWH voor huishoudens.
Meer tijd voor besluitvorming
In totaal maken dertig energieregio’s een RES: een langetermijnplan voor het overschakelen van aardgas op duurzame bronnen van energie. In de Concept RES doen de regio’s elk een voorstel (bod) voor hun bijdrage aan de landelijke productie van elektriciteit uit wind en zon op land. Die moet in 2030 op basis van het Klimaatakkoord 35 TWh bedragen. Op zee moet in 2030 volgens het Klimaatakkoord 49 TWh elektriciteit worden opgewekt. De totstandkoming van de Regionale Energiestrategieën verloopt in stappen. Na landelijke beoordeling van alle concept-plannen maken de regio’s een definitief plan (RES 1.0), dat op 1 juli 2021 klaar moet zijn. Daarna maken de regio’s elke twee jaar een nieuwe versie van hun RES. De Concept RES voor Groningen is vandaag voorgelegd aan de gemeenteraden van de twaalf Groninger gemeentes, aan Provinciale Staten en aan de besturen van de waterschappen. Die hebben tot 1 oktober 2020 de tijd te besluiten over het voorstel van de stuurgroep. Op die datum moet de Concept RES worden ingediend bij het Nationaal Programmabureau voor de RES. De inleverdatum van de Concept RES was oorspronkelijk gesteld op 1 juni. Vanwege de coronapandemie krijgen de regio’s vier maanden extra om over de Concept RES te besluiten.
Na 2023 meer zonne-energie
Van de in 2030 verwachte productie van 5,7 TWh in Groningen zal in 2023 al 4 TWh worden opgewekt via windmolens en zonnepanelen. Over de bouw ervan is eerder besloten. Ze zijn al in bedrijf of zijn uiterlijk in 2023 klaar. Deze productie vormt de ‘basis” van het voorstel dat de stuurgroep RES Groningen doet in zijn Concept RES. In de Concept RES gaat het vooral over de vraag wat Groningen nog meer wil doen, bovenop de 4 TWh die in 2023 al wordt geproduceerd. Daarvoor is onderzocht en opgeteld welke ambities de twaalf Groningse gemeentes anno 2020 al hebben vastgelegd in door gemeenteraden vastgestelde energievisies. Dat worden in de Concept RES de verdere “bouwstenen” genoemd. De stuurgroep heeft vastgesteld dat gemeentes de productie van duurzame energie na 2023 vooral willen realiseren door meer zonneparken aan te leggen. Nieuwe plannen voor windenergie zijn er nauwelijks. In 2023 is driekwart van de duurzaam opgewekte energie in Groningen nog afkomstig van windmolens. Die zijn geconcentreerd in drie gebieden: de Eemshaven, Delfzijl en bij de N33.
Respect voor het Groninger landschap
In de Concept RES hebben de samenwerkende Groninger overheden voor de aanleg van nieuwe energieparken een aantal overwegingen op een rij gezet. Ze willen bijvoorbeeld dat nieuwe zonneparken met respect worden ingepast in het Groninger landschap, en zo mogelijk worden gecombineerd met andere functies die veel ruimte innemen, zoals bedrijventerreinen, logistieke knooppunten en vuilstorten. Deze overwegingen worden de komende tijd verder verkend en uitgewerkt.
Bevorderen lokaal eigendom
Een andere wens van de stuurgroep is om inwoners meer te laten meedelen in de opbrengsten van energieparken. Dit is in lijn met het Klimaatakkoord, dat streeft naar 50% lokaal eigendom van de duurzame energieproductie op land. Meer lokaal eigendom is mogelijk doordat inwoners mede-eigenaar worden, zoals gebruikelijk is bij energiecorporaties. Het kan ook door inwoners meer zeggenschap te geven bij het ontwikkelen van nieuwe energieparken door particuliere investeerders, of doordat gemeentes zich opstellen als projectontwikkelaar. De regio Groningen wil met het Rijk bespreken of voor lokaal eigendom wetgeving kan worden ontwikkeld.
Onderzoek naar alternatieve warmtebronnen
Behalve naar de opwek van duurzame elektriciteit is in de Concept RES ook onderzocht welke alternatieven voor aardgas er zijn voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Ook dat is een opgave die voortkomt uit het Klimaatakkoord van 2019. Voor de regio Groningen is geen standaardoplossing beschikbaar voor verwarming met duurzame energie, zo luidt de conclusie in de Concept RES. Voor dichtbebouwde gebieden kunnen warmtenetten goede mogelijkheden bieden, voor de nieuwste woningen warmtepompen, en voor weer andere woningen en gebouwen een combinatie van groen gas en elektriciteit. De regio vraagt nadrukkelijk aandacht voor de betaalbaarheid van duurzame bronnen van verwarming, ook in dunbevolkte gebieden, en wil daar met het Rijk over in gesprek.
De energieregio Groningen is een samenwerkingsverband van de provincie Groningen, de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en de gemeentes Appingedam, Delfzijl, Groningen, Het Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier en Westerwolde. De stuurgroep telt vijftien leden: een wethouder namens elk van de twaalf gemeentes, een gedeputeerde namens de provincie en twee leden van het bestuur van de waterschappen.